Waarom heb je me niet gebeld?
Het werken in de fabriek heb ik nooit leuk gevonden.
Wat gebeurt er nu met mijn kapotte iPad?
Is die man al door jou benaderd?
Morgen voel je je vast veel beter.
De fietsen vind ik nogal verroest.
Het bespreken van de voorwaarden neemt veel tijd in beslag.
De verwoeste stad bood een trieste aanblik.
We waren verbaasd over zijn plotselinge verhuizing.
Het eten staat al klaar.