Lijdend voorwerp 1

Benoem het lijdend voorwerp

1. Dit weekend speelt ze haar eerste hoofdrol.
2. Kinderen lezen tegenwoordig geen sprookjes meer.
3. Vindt u dat ook?
4. Morgen zou ik het liefst de hele dag films kijken.
5. Helaas moet ik nog heel veel doen.
6. Heb jij die foto echt getwitterd?
7. Je hebt hem nooit gezien.
8. Heeft je broer die auto nog gekocht?
9. Ik had dat nieuwe boek van Rowling in één dag uit.
10. Ik lust spruitjes.