=>
Vaste voorzetsels
Vul het juiste voorzetsel in.
1. Lindy smeekte mij
een hond.
2. Met deze brief solliciteer ik
de functie van secretaresse.
3. Ik spot niet
gehandicapten.
4. Meisje, ik ben niet te spreken
jouw huiswerk.
5. De meeste mensen zijn in staat
liefde.
6. Laten we vanavond stilstaan
onze vrijheid.
7. Stan stoort zich
de muziek van Mo.
8. Bart streeft
perfectie.
9. Deze regel is in strijd
het reglement.
10. Mijn werkgever komt tegemoet
mijn looneis.
Antwoord controleren
OK
=>