=>
Vaste voorzetsels
Vul het juiste voorzetsel in.
1. Heeft u nog iets over
de hartstichting?
2. Je hebt me overtuigd
het bestaan van aliens.
3. Alleen deze week kun je profiteren
de aanbieding!
4. Al die studenten protesteren
de veranderingen in de studiefinaciering.
5. Geef maar hier; ik weet wel raad
al die toetsen.
6. Je hebt tot 15 november om te reageren
deze brief.
7. Hans heeft recht
uitleg.
8. Met die woorden refereert hij
de beroemde presentatie van Martin Luther King.
9. Spijbelen hangt vaak samen
slechte roosters.
10. Saar heeft zich vaak schuldig gemaakt
spijbelen.
Antwoord controleren
OK
=>