<=
Vaste voorzetsels
Vul het juiste voorzetsel in.
1. Frits heeft een afkeer
honden in huis.
2. Tijdens de pubertijd zetten veel jongeren zich af
hun ouders.
3. De directeur van het ROC zag af
de onterechte bonus.
4. Oké, Ik ga akkoord
dat bedrag.
5. De meeste mensen hebben veel baat
regelmaat.
6. Puck is zeer bedreven
ICT.
7. De mentor is erg begaan
zijn leerlingen.
8. Het liefst behoeden ouders hun kinderen
alle mogelijke gevaren.
9. Soms heb ik zo'n behoefte
chocolade.
10.Ook leraren hebben belang
goede resultaten.
Antwoord controleren
OK
<=