Vaste voorzetsels

Vul het juiste voorzetsel in.


1. Peter was niet geïnteresseerd breien.
2. Fleur is erg gesteld haar rust.
3. Die jurk getuigt slechte smaak.
4. Nederland grenst Duitsland.
5. Ben jij al op de hoogte de nieuwe Wet werk en zekerheid?
6. zulke goede argumenten kon ik niets inbrengen.
7. Ik ben zeer onder de indruk jouw kennis.
8. Patrick informeert de veranderingen in de Wet werk en zekerheid.
9. De overheid informeert op de website nieuwe wetgeving.
10. Op dit moment ga ik liever niet in die beschuldiging.