=>
Vaste voorzetsels
Vul het juiste voorzetsel in.
1. Anita is medeplichtig
verduistering.
2. De koning maakte misbruik
zijn macht.
3. Mijn buren kijken
me neer, omdat mijn huis goedkoper is.
4. De zwaan ontfermde zich
het lelijke eendje.
5. Er is geen ontkomen
ouder worden.
6. Je kunt pas oordelen
iemand als je die persoon echt kent.
7. Die kleuter gaat helemaal op
het spelletje op de iPad.
8.
wat je zegt, kan ik opmaken dat je boos bent.
9. Je gaat me toch niet opzadelen
die kat tijdens jouw vakantie?
10. Pff, ik zie wel op
al dat nakijkwerk.
Antwoord controleren
OK
=>