De aanhef van een brief is eigenlijk een aanspreekvorm: we spreken de lezer aan zoals we hem of haar ook persoonlijk zouden begroeten.
Brief aan een onbekende
Als je echt niet weet naar wie je de brief schrijft, dan schrijf je:
- Geachte heer, mevrouw
- Geachte heer of mevrouw,
Brief aan iemand met een dubbele achternaam
aanhef
Bij iemand met een dubbele achternaam zeg je niet ‘Dag mevrouw Jansen-de Jong’, maar ‘Dag mevrouw Jansen’. Ook andere ‘franje’, zoals titels en voorletters, laten we in de aanhef van een brief achterwege. Mevrouw drs. J. Jansen-de Jong wordt dus:
- Geachte mevrouw Jansen,
adressering
De volledige naam schrijf je wel in de adressering en op de envelop.Vermeld daarop dus wel de geboortenaam, naam van de partner, voorletters en eventuele titels:
Mevrouw drs. J. Jansen-de Jong
Vanderwolderweg 113
5623 BV Zaandam
Brief aan een gezin of stel
Ongetrouwd of met hun eigen achternaam
Bij ongetrouwde stellen, of bij twee mensen die wel getrouwd zijn maar elk hun eigen achternaam gebruiken, worden in de aanhef beide personen genoemd. Het gaat dus om personen die alleen hun geboortenaam gebruiken.:
Aanhef
- Geachte heer De Zwart, geachte mevrouw Verschuur,
- Geachte heer Simons, geachte heer Van der Broek, (of: ‘Geachte heren Simons en Van der Broek,‘)
- Geachte mevrouw Grevels, geachte mevrouw Mijnsen,
Adressering
Ook in de adressering noem je beiden, maar nu met hun voorletters en eventuele titels.
- De heer A. de Zwart en mevrouw K. Verschuur
- De heer T. Simons en de heer L.C. van der Broek
- Mevrouw I. Grevels en mevrouw S. Mijnsen
Getrouwd met combinatie of één achternaam
Aanhef
- Geachte heer en mevrouw De Zwart,
- Geachte heren Simons,
- Geachte mevrouw Grevels, geachte mevrouw Grevels,
Adressering
In de adressering wordt alleen het eerste deel van de naam genoemd, dat ook gebruikt wordt om iemand aan te spreken. Voorletters gebruik je ook in dit geval niet, omdat die maar bij een van beide personen horen.
Omdat een meervoud als mevrouwen of dames niet gebruikt wordt, worden vrouwen altijd apart genoemd.
- De heer en mevrouw De Zwart-Verschuur
- De heren Simons-van der Broek
- Mevrouw I. Grevels-Mijnsen en mevrouw S. Grevels-Mijnsen
adressering | aanhef |
---|---|
adressering | aanhef |
De heer A. de Zwart en mevrouw K. Verschuur | Geachte heer De Zwart, geachte mevrouw Verschuur, |
De heer T. Simons en de heer L.C. van der Broek | Geachte heer Simons, geachte heer Van der Broek, (of: 'Geachte heren Simons en Van der Broek,') |
Mevrouw I. Grevels en mevrouw S. Mijnsen | Geachte mevrouw Grevels, geachte mevrouw Mijnsen, |
De heer en mevrouw De Zwart-Verschuur | Geachte heer en mevrouw De Zwart, |
De heren Simons-van der Broek | Geachte heren Simons, |
Mevrouw I. Grevels-Mijnsen en mevrouw S. Grevels-Mijnsen | Geachte mevrouw Grevels, geachte mevrouw Grevels, |
bron: onzetaal.nl